De camera als wapen van de Vietcong

Hoe langer je naar de foto kijkt, hoe vreemder die is. Een gewonde soldaat wordt aangedragen op een brancard, midden in de jungle. Een vrouwelijke arts (of is het een zuster?) houdt tussen de lianen een muskietennet open dat toegang biedt tot een operatieruimte in de openlucht.

Een weg even buiten Saigon bezaaid met schoeisel, van fotograaf Duong Thanh Phong.

Ze heeft evenals haar 3 collega’s op de achtergrond haar mondlapje al voor, klaar om te opereren. Maar wat blijkt? Het hele tafereel speelt zich af in kniediep water!

De foto, gemaakt door de Noord-Vietnamese oorlogsfotograaf Vo Anh Khanh en te zien in het boek Another Vietnam, is in 1970 gemaakt. Het is het moment dat de oorlog op zijn heftigst is en de uitkomst nog ongewis. In die tijd was de behoefte aan moraalboosters klaarblijkelijk groot, want Vo heeft de foto compleet in scène gezet.

Het was dan ook niet de bedoeling van Noord-Vietnamese oorlogsfotografen, zoals Vo, dat zij de volle ellende van de oorlog tegen de troepen van het Zuid-Vietnamese marionettenregime en zijn Amerikaanse bondgenoten, levensecht en natuurgetrouw vastlegden. Integendeel, de Noord-Vietnamese fotografen die trouw hadden gezworen aan Ho Chi Minh en zijn nationalistische eenheidsstreven kregen de revolutionaire taak opgelegd met hun camera’s te strijden als soldaten.

De kritische Amerikaanse fotografen die aan eigen zijde erop los klikten brachten door de ongekende toegang die zij tot het front hadden de gruwelijke waarheid van een hopeloze oorlog tot op de deurmat van alle Amerikaanse burgers. Het was die schrijnende werkelijkheid die bijdroeg tot de verpletterende Amerikaanse nederlaag enkele jaren later.

Zo niet onder de Vietcong. De operatiescène van Vo, bijvoorbeeld, moest laten zien dat de Amerikaanse soldaten te maken hadden met een inventieve vijand die voor de duvel niet bang was. Datzelfde gold voor het werk van Le Chau. Op 1 van zijn foto’s tuurt een guerrillastrijder door een groot gat in een witte muur, daarachter zit een andere soldaat die eveneens door een gat in de muur tuurt dat uitzicht geeft op opnieuw een muur met een gat erin. De manshoge doorbraken werden ‘vechtgaten’ genoemd, opzettelijk aangebracht om op te rukken in dorpen in vijandelijk gebied zonder gezien te worden.

De samenstellende Amerikaanse fotograaf Doug Niven wil in Another Vietnam, het boek en de gelijknamige tentoonstelling die nu te zien is in het International Center for Photography in New York, de strijd door de lenzen van Noord-Vietnamese oorlogsfotografen laten zien. ‘We kennen de foto’s van Nick Ut, het huilende en blote meisje dat vlucht na een napalmaanval, of die van Eddie Adams, de gruwelijke standrechtelijke executie [door een politiechef op de straten van Saigon]’, schrijft Niven, ‘maar hoe zag de oorlog er aan de andere zijde uit?’

Niet half zo ellendig, als we de misleidende beelden mogen geloven. Fotografen als Vo Anh Khanh gingen doorgaans met niet meer dan 2 of 3 rolletjes film op stap. Dat deden ze uit louter armoede. De enkele foto die zij van een scène namen, moest lukken. ‘De beelden waren gearrangeerd, de spelers uitgezocht’, aldus Niven in de Britse krant Financial Times. ‘Op 1 rolletje film zat tussen de locatie van opeenvolgende foto’s soms meer dan honderd kilometer.’ Sommige fotografen waren bijzonder zuinig, hun foto’s het summum van esthetiek.

Een enkele foto van een Noord-Vietnamese oorlogscorrespondent verdient speciale aandacht. Het is een foto van Duong Thanh Phong. De plaat van een weg even buiten de Zuid-Vietnamese hoofdstad Saigon is bezaaid met schoeisel. Losse soldatenlaarzen bij nadere beschouwing, alsof de vroegere dragers met 1 klap uit hun laarzen zijn geknald. Het is het beeld van de nederlaag van het Zuid-Vietnamese marionettenregime en de overhaaste terugtrekking van de Amerikanen in april 1975. De Vietnamese manschappen hebben al wat verwijst naar hun deelname aan het nu verslagen leger op de vlucht achtergelaten. Voor deze foto hoefde Duong niets te ensceneren omdat de overwinningsroes geen mooimakerij vereiste. – NRC Handelsblad [07.02.02]