Vrijwilligers uit België, Nederland en Spanje brengen samen met Vietnamese studenten een ‘groene zomer’ door in de provincie Tay Ninh, waar ooit de oorlog woedde. Ze doen er vrijwilligerswerk en leren er over Vietnam.
De 4e dag van hun verblijf reden ze met de bus naar het afgelegen dorp Thach Duc. Na een tocht door een rubberplantage kwamen ze bij een betonnen brug. ‘Deze brug is pas gebouwd’, vertelde een Vietnamese vrijwilliger aan zijn buitenlandse vrienden. ‘Vroeger was er een oude bamboebrug. Dit is een onderdeel van het project voor het vervangen van boomstambruggen, dat gelanceerd werd door de Ho Chi Minh Communist Youth Union.’
Het duurde niet lang of de vrijwilligers begonnen zelf aan een brug. Ze maakten de betonnen pijler die de brug zou ondersteunen. Ondanks de hete zon, werkten de buitenlandse bezoekers hard door. ‘Vandaag is een speciale werkdag voor ons’, zei Nguyen Lan Giang, 11e jaarsstudent van de Ngo Gia Tu Senior Secondary School. ‘Er werken hier “vreemdelingen” samen met ons en dat is goed. De taalbarrière doet niets af aan onze werkkracht.’
De 24-jarige Samuel Ruiz uit Spanje, met zijn lange blonde haren onder zijn palmblaren punthoed, dwong respect af bij de Vietnamese vrijwillers om zijn inspanningen en werd samen met een andere buitenlander door de groep verkozen tot ‘modelwerker’. ‘Hij werkt bijzonder hard’, zei een vrijwilliger uit de streek, Thach Duc. ‘Hij geeft zijn Vietnamese vrienden altijd een teken dat hij klaar is om door te gaan met grond laden.’
De 21-jarige studente Nele Roeck uit België werd in april lid van de Partij van de Arbeid van België. Ze deed al lang actief mee met de partij, als sinds haar 14e, omdat haar ouders partijlid zijn. Ze was al in Vietnam in 2002 om te helpen bij de aanleg van een stuk van het Truong Son-spoor en ze was aldoor blijven denken aan dit mooie en vriendelijke land. ‘Ik hou ervan samen met de Vietnamese jongeren te werken, ze zijn echt heel vriendelijk, altijd vrolijk tijdens het werk,’ vond Nele Roeck.
Een aantal van de buitenlanders waren studenten, anderen werken al. Allemaal droomden ze ervan naar Vietnam te komen om over het land en het volk te leren. Voor de meesten was het hun 1e bezoek en al wat ze zagen – van de rambutan vruchten boven een waterbron tot het Vietnamese volk – was vreemd en anders dan wat ze thuis gewoon zijn.
Ruiz had 2 jaar gespaard om de trip te kunnen maken. ‘Ik heb hier geleefd, gewerkt en me geamuseerd met mijn Vietnamese vrienden,’ zei hij. ‘Het is fantastisch de gewoonten van de Vietnamezen te leren kennen.’
De jongste van de buitenlanders was de 15-jarige Marie Vandecasteele, uit België. Ze volgde in het spoor van haar zus, die vorig jaar vrijwilligerswerk deed in Vietnam. ‘Dit is mijn 1e reis zonder mijn ouders’, zei ze terwijl ze het zweet van haar voorhoofd veegde. ‘Ik werk hier hard maar ik voel me heel gelukkig.’
Zo dacht ook de oudste, de 41-jarige Wilco Mulhuyzen, erover: ‘De zomer van dit jaar is heel belangrijk in mijn leven,’ zei hij.
Tijdens hun drukke 14-daags verblijf hielpen de 10 jonge buitenlanders bij het bouwen van een brug en een plattelandsweg, brachten ze een bezoek aan een weeshuis en gaven ze geschenken aan kinderen die besmet zijn met Agent Orange.
Ze ontmoetten ook soldaten van het ‘groene zomer-programma’ in Tay Ninh en brachten een bezoek aan het veteranencentrum en het algemeen ziekenhuis van de provincie. – Partij van de Arbeid (BE) [13.08.03]