Toeristische aandacht

Inmiddels ben ik alweer een week onderweg met mijn 2e groep. Dit keer van Hanoi naar HCMC, met slechts 1 binnenlandse vlucht, van Hanoi naar Hué. De rest van de reis leggen wij per bus en trein af.

Het is altijd weer een feest om Vietnam opnieuw te zien door de ogen van anderen. Niet omdat ik inmiddels alles gezien en ontdekt heb en daar niets meer om geef, maar omdat nieuwe toeschouwers mij helpen 20 keer meer te zien dan ik in mijn eentje zou kunnen. Als individu kun je tenslotte alleen lineair observeren.

Het opnieuw bezoeken van Vietnam is ook in een ander opzicht feest. Vietnam is al jaren bezig met een inhaalslag en je hoeft het land niet lang te verlaten om bij terugkeer de veranderingen te kunnen vaststellen. Er wordt hier hard gewerkt en de ontwikkelingen zijn nauwelijks bij te houden. Niet alleen in economisch opzicht, maar ook cultureel.

Was de citadel in Hué in 1995 nog een grauwe ruïne, momenteel krijgt het steeds meer kleur dankzij een intensief restauratieproject. Voormalige keizerlijke gebouwen worden met gebruikmaking van oude bouwtekeningen vanaf de fundamenten opnieuw opgetrokken. Keizerlijke kitsch, van het mooie soort. Niet alleen buitenlandse bezoekers gaan op audiëntie, ook op de Vietnamese toeristen oefent de Verboden Stad grote aantrekkingskracht uit. In een speciaal vertrek laten zij zich gekleed in de kleren van de keizer (of keizerin) maar wat graag fotograferen. Bescheiden karakters nemen genoegen met de kledij van de mandarijnen.

In economisch opzicht zijn vooral de logistieke veranderingen duidelijk waarneembaar. Allereerst wordt hard gewerkt aan de infrastructuur. Huizen langs de voorheen smalle snelweg Nummer 1 worden afgebroken om plaats te maken voor breder asfalt. Omwonenden krijgen hiervoor compensatie van de overheid, maar sommigen vinden de prijs niet hoog genoeg. In Danang levert dat een vreemd landschap op. Sommige panden zijn doormidden gekliefd, terwijl halsstarrige huizenbezitters hun panden compleet op het bouwterrein laten staan, in de hoop op een beter bod. Vroeg of laat worden hun huizen onteigend, dat staat vast, want de nieuwe weg zal er komen.

Als historische havenplaats en toeristische trekpleister heeft Hoi An niets te vrezen van de nieuwe ontwikkelingen. Naast de culturele bezienswaardigheden heeft het stadje ook een breed scala aan huisnijverheid in de aanbieding. Van op maat gesneden kleding tot kunstzinnig houtsnijwerk. De haven mag dan al lang zijn verzand, maar de stad weet nog altijd bezoekers van ver over zee aan te trekken. Het kan hooguit bezwijken onder het gewicht van de toeristische aandacht.