Het begint ’s morgens al in de hal van Diamond Plaza. 5 liftschachten bieden toegang tot het kantorencomplex, vanaf de parkeergarage in de kelder tot het 15 etages hoger gelegen fitnesscentrum. De liften zijn zo op elkaar afgestemd dat zij de grootst mogelijke vertraging veroorzaken.
Het geeft de ochtendspits van kantoorpersoneel een surrealistisch tintje. Verbeten worstelen de gestreken overhemden en kreukvrije mantelpakjes zich richting lift. Er wordt schaamteloos voorgedrongen, maar nooit zonder een verontschuldigende glimlach.
De ochtend is niet mijn favoriete dagdeel. Mijn assertieve ‘ik’ moet nog ontwaken, mijn gezicht zit nog in de kreukels van de lakens en haast om aan mijn bureau plaats te nemen heb ik niet. Links en rechts schiet wakker Vietnamees kantoorpersoneel langs mij heen, terwijl ik langzaam richting lift schuifel. Eenmaal achter mijn bureau en na mijn 1e koffie breekt ook voor mij de dag aan.
Op weg naar huis, verscholen achter de gekromde rug van Kha, mijn vaste Honda om-chauffeur, speelt zich eenzelfde tafereel af. Vietnamese automobilisten, Honda bestuurders, xich lo’s en fietsers halen elkaar links en rechts in, snijden elkaar de pas af en geven bij een opstopping geen duimbreed toe. In Nederland zouden weggebruikers elkaar de huid vol schelden en obsceen naar elkaar gebaren. In Vietnam is daar geen sprake van. Men rijdt elkaar dood of ongelukkig, maar zonder stemverhef of aanstootgevende gebaren. Massaal worden verkeersborden en op het wegdek geschilderde suggesties genegeerd.
In een poging om daar verandering in te brengen heeft de Overheid een actie in het leven geroepen. Speerpunt van deze actie is de weggebruiker herinneren aan de betekenis van de witte dwarsstreep bij stoplichten. Normaal gesproken is de witte streep alleen een referentiepunt. Als het stoplicht op rood staat, begin je vanaf die witte streep vaart te minderen. Daarna waag je je zover mogelijk voorbij dat punt, zodat je als 1e weg kunt rijden zodra het stoplicht vermoedelijk op groen springt.
De oplossing is even simpel als effectief. Bij ieder stoplicht staat een broodmagere vrijwilliger ‘van De Partij’ in legergroen uniform met een rode vlag te wapperen. Zodra het licht op rood staat, steekt deze zijn arm uit en houdt de rode vlag pal boven de witte streep. Dit is de grens, niet verder. Een weldoorvoede motoragent in kaki uniform, buik over de koppel, witte helm en zonnebril op het hoofd, laat zijn onbuigzame stok achteloos in zijn hand bungelen en sommeert overtreders achteruit te rijden.
Deze maatregel wordt teniet gedaan door de plaatsing van informatieve stoplichten. Boven de bekende lichten bevindt zich een display waarop de seconden worden afgeteld die aangeven hoelang het betreffende licht nog van kracht is. De wachtenden geven 1 seconde voor het aflopen van hun tijd al gas, terwijl de dwarsliggers tijdens hun laatste seconde extra gas geven om nog snel het kruispunt over te schieten.