Ruzie in Nha Trang

De busrit van Hoi An naar Nha Trang was een regelrechte ramp. Niet zozeer vanwege de weg – die is in de afgelopen 3 jaar aanzienlijk verbeterd, zowel opnieuw geasfalteerd als verbreed – maar meer vanwege de vermeende slechte kwaliteit van de bus.

De rit begon ontspannen. Na 2 uur rijden bereikten wij het plaatsje My Lai, dat zo’n 12 kilometer van snelweg 1 af ligt. Op een kaal en verdord stuk grond ligt als het ware de plattegrond van wat ooit een onderdeel van het gehucht My Lai was. My Lai als geheel bestond uit verschillende gehuchten.

Kleine verhogingen op de grond zijn de restanten van de aangestampte aarden vloer van de hutten die in ’68 zijn platgebrand. Bij elke verdwenen hut staan de namen van degenen die op dat moment – 16 maart 1968 – zo onfortuinlijk waren om thuis te zijn. Her en der staan bronzen beeldjes op een hoge sokkel, van vrouwen met verwrongen gelaatstrekken.

Naast de restanten van de hutten staan er ook nog kleine schuilkelders. ‘Bunkers’ van op elkaar gemetselde stenen overdekt met een laag grond. Ook hier waren de inwoners niet veilig, een enkele handgranaat was voldoende om hele families uit te roeien. Centraal op dit stuk grond staat een beelden partij van heldhaftige vrouwen en kinderen, met in het midden een betonnen vrouw die een arm in de lucht steekt en haar hand tot een vuist balt.

Terzijde staat ook nog een gebouwtje dat dienst doet als museum. Dat hier gruwelijke foto’s hangen laat zich raden. Het zijn geen anonieme foto’s, zoals wij wel van het journaal en uit de krant zijn gewend, maar foto’s met de namen van de geportretteerden. Ook hangen er enkele foto’s van de aanstichters van het bloedbad, eveneens met naam en toenaam vermeld.

Bij willekeurige gedenkstenen staken wij wierook aan. Marc was (in mijn ogen) zo ongevoelig om de wierook aan te steken met een net gekochte ‘authentieke’ Amerikaanse Zippo. Toen ik daar tegen iemand een opmerking over maakte, zag die daar juist wel mooie symboliek in. Een vreemde opvatting van symboliek of verzoening, vind ik. Marc is geen Amerikaan, maar Belg, – wat heeft hij voor symbolische rituelen uit te voeren? Na een uur stapten de paxen zwijgend de bus in.

Daarna moesten wij flink doorrijden, want het traject – over Vietnamese wegen – was niet bepaald kort. Uiteindelijk duurde de rit veel langer dan Hanoeman in het dag-tot-dag programma had aangegeven. De optimistische reistijd van 8 uur naar Nha Trang werd ruimschoots overschreden. Wij vertrokken om 06.00 uur en kwamen uiteindelijk om 20.00 uur aan. Wij waren dus bijna 2x zo lang onderweg. Het chagrijn van de paxen was dan ook niet van de lucht. De bus was ‘waardeloos’ en ‘dat kon toch allemaal niet zo?’. ‘Wat was dat dan voor een reisorganisatie, Hanoeman? en zij betwijfelden of zij ooit nog met deze organisatie op reis zouden gaan.

En toen viel ook het hotel in Nha Trang nog eens tegen! Er lagen geen lakens op de bedden en toen erom werd gevraagd, waren de haastig aangevoerde lakens vuil. Tja, van het op de hand wassen met het Vietnamese ‘kraanwater’ worden witte lakens niet altijd kraakhelder schoon. Maar als er geen lichaamsvet aan zit van een vorige hotelbezoeker, wat dan nog?

Ik ben op reis met een klasje verwende kinderen. Zij willen wèl zo goedkoop mogelijk op reis naar Vietnam, maar als de service dan niet gelijk is aan de veel duurdere Europese standaard staan zij meteen op hun achterste benen. En ben ik de zondebok! Ik heb mij niet gek laten maken … mijn uithoudingsvermogen, discipline en flexibiliteit is gelukkig groter dan die van hen. Ik doe dit eenmalig en hoef daarom niet in te zitten over een eventueel ontslag, maar ik probeer mijn werk natuurlijk wel zo goed mogelijk te doen.

Vanmorgen heb ik de touroperator in Saigon gebeld en hem de klachten over de bus voorgelegd. Hij zou proberen die op te lossen. Hij gaat proberen in Nha Trang een grotere bus te vinden. Het probleem bestond uit enkele doorgezakte stoelen, te weinig beenruimte en het om de beurt moeten zitten op een uitklapstoeltje in het gangpad. Ik heb ook braaf mijn beurt uitgezeten op die klapstoel en mijn gebruikelijke stoel naast de chauffeur een groot deel van de rit afgestaan aan iemand met rugklachten. Het grootste probleem is natuurlijk de persoonlijke conditie van de paxen. Zij zijn stijf, vet en hebben al vooraf lichamelijke klachten en nauwelijks conditie. Daar kan Hanoeman, de touroperator noch ik iets aan veranderen.

Na het gezeur van gisteren over de bus had ik geen zin meer om een hele dag met die lui op een boot te zijn. Terwijl zij gingen varen ben ik in de stad achtergebleven. Ik heb sowieso veel te regelen. Daar kan ik nu wat meer de tijd voor nemen.

Saigon, viii aug. ’98

Tot mijn verbazing is het in Saigon een stuk koeler dan in de andere plaatsen die wij tot nog toe bezochten.

Gisteren moest ik een spervuur van kritiek en irritatie weerstaan. Inmiddels bestaat er niet alleen irritatie over het verloop van de reis of over het ‘belabberde’ transport, maar ook tussen de paxen onderling. Met name Willem ergert zich inmiddels dood aan de eigengereidheid van de groep binnen de groep. Nou geef ik hem daarin zeker geen ongelijk; in mij heeft hij een medestander, maar dat kan ik natuurlijk niet zo expliciet zeggen. Want dan zijn de rapen helemaal gaar. Dan kan ik mijn rugzak wel inpakken en direct naar huis gaan. Maar natuurlijk rond ik mijn werk af zoals het hoort, – en ik zal tot op het laatst toe mijn best doen om het iedereen naar de zin te maken. Maar daarnaast zal ik mij niet meer extra inspannen om individuele wensen in vervulling te laten gaan. Daarvoor heb ik inmiddels te vaak mijn neus gestoten.

Aangekomen in Nha Trang was inmiddels duidelijk dat de groep weigerde verder te reizen met de coaster waarmee wij al het traject Hoi An – Nha Trang aflegden. Er moest een andere bus komen of desnoods een minibus erbij. Via Tony wist ik een extra minibus te regelen. ’s Morgens om 06.00 uur stond iedereen klaar om te vertrekken, maar de minibus was nergens te bekennen. 20 minuten te laat kwam eindelijk een oud barrel aanscheuren. Er zaten geen banken in en de vloer van de bus was vuil en roestig. En we hadden nou juist bedacht dat er een stel paxen in de minibus meekonden. Consternatie, want daarmee wilden ik, Willem en nog een stel anderen niet akkoord gaan. De groep binnen de groep nam demonstratief in onze coaster plaats en riep dat we die minibus dan maar moesten vergeten. Zij wilden niet nog meer tijd verliezen. Toen schoot Willem enorm uit zijn slof.

Al eerder had hij een woedeaanval gehad, in het hotel, tegen de receptionist die van niets wist. Het matras was te dun voor hem. ’s Middags had ik het meisje aan de receptie om een 2e matras gevraagd. Dat was geen enkel probleem, had zij mij verzekerd. Dat had ik Willem inmiddels ook verteld. Hij zou die nacht zeker goed slapen, omdat er een 2e matras op zijn bed zou liggen. Maar na etenstijd was dat matras nog steeds niet boven water. Willem dus naar de receptie, waar inmiddels iemand anders zat, een student Engels, die van niets wist. Die mededeling schoot Willem in het verkeerde keelgat! Ik was er niet bij, maar ik kan zijn temperament inmiddels aardig inschatten. Die stond te bulderen in de lobby en zijn ogen schoten vuur.

Zijn woede maakte flink indruk op de receptionist. Toen ik later op de avond van het e- mailen terugkwam, was Willem meteen het onderwerp van gesprek. De receptionist wist met gebaren duidelijk te maken dat het Willem intussen tot aan zijn neus kwam en hij had gevreesd dat Willem hem ‘op zou eten’. En hij kon er toch niets aan doen? Ik heb hem een beetje gerustgesteld en verteld dat Willem eigenlijk een aardige vent is, maar dat die pijn in zijn rug hem af en toe het verstand beneemt.

De volgende ochtend stond Willem weer te loeien, maar nu tegen ‘de familie’. Hij nam het hen kwalijk dat zij hem onder druk zetten, dat hij er niet over peinsde om in die bus te stappen, dat de familie dan maar vooral moest vertrekken als zij niet langer konden wachten en dat hij desnoods met de taxi zou komen. ‘Wij hadden toch met z’n allen geklaagd en waren toch overeen gekomen dat er een minibus bij moest komen?’ Ik mengde mij niet in het strijdgewoel, maar concentreerde mij op het regelen van een andere minibus. Via de receptionist was dat zo geregeld. Hij belde een paar vrienden uit bed, die in 10 minuten met een acceptabele minibus aan kwamen scheuren.

Het 2e voertuig kwam goed van pas, want de 2 partijen hoefden zo elkaars nabijheid eventjes niet te verdragen. Ik nam plaats in de coaster, bij ‘de familie’ binnen de groep. Juist omdat ik Willem in gedachten gelijk gaf. Als zij het al te bont maakten in hun opmerkingen over Willem of als zij behoeften hadden om hun mening aan mij kenbaar te maken, dan was ik beschikbaar om Willem’s gedrag met redelijke argumenten te verklaren of om met hen over hun mening van gedachten te wisselen.

Het gesprek in de coaster ging de eerste 3 kwartier over de confrontatie. De familie was zich van geen kwaad bewust … Zij zijn echt blind voor hun eigen gedrag. De oudere zus van 1 van de lesbo’s barstte op een gegeven moment in snikken uit. Zij kon er niet meer tegen, wilde nooit meer met een groep op reis en wilde ook haar verjaardag niet meer met gezamenlijk taart-eten vieren. Lies snerpte iets over ‘die kutwijven’ die ook altijd maar aan het zeiken waren. Goed, de 2 oudjes, de vrouw ‘met de arm’ en de vrouw ‘met de evenwichtsstoornissen’ zijn niet echt sprankelend gezelschap. De 1e heeft veel woorden nodig om de saaiste verhalen te vertellen, de andere is zo nu en dan een beetje verward en waant zich tot de elite. Maar goed, zij zijn wèl flexibel, actief en zeker niet de 1-en om te klagen.

Wat kan Lies nou op hen tegen hebben? Het enige wat zij moet doen, is zich niet met die luitjes bemoeien. Ik kan er vanwege mijn functie niet onderuit, als ik nou zou klagen … Maar het is mijn werk, dus bemoei ik mij wel met hen. Enfin, dat ging zo nog een tijdje door, er waren stokers en er waren sussers, maar tot een milder oordeel kwam het niet. Ik hield wijselijk mijn mond en luisterde op de achtergrond mee. Had ik iets gezegd, dan was dat alleen maar olie op het vuur geweest en hadden zij gezamenlijk mij onder handen genomen.

Toen kreeg de chauffeur een beurt. Rond kwart voor 12 werd gevraagd wanneer wij gingen eten. Ik overlegde met de chauffeur, of hij wilde stoppen als hij iets zag wat hem wel geschikt leek. Hij noemde een plaats, die nog zo’n 50 kilometer verderop lag. Dat was goed vond de groep. Nou, die 50 kilometer duurden wat langer dan waar men op had gerekend. Het Belgische stel siste ‘Ja, die moet natuurlijk zijn commissie halen’. Ik denk dat de chauffeur gewoon de 1e etappe vol wilde maken. Na deze plaats was het traject nog altijd 200 kilometer. Commissie kan de chauffeur overal vragen (en krijgen). Wat maakt dat beetje commissie voor de chauffeur nou uit, als je je bedenkt dat de lonen hier 200.000 tot 300.000 dong in de maand bedragen (33 tot 50 gulden). Maar kwaad bloed was al gezet.

Eenmaal aangekomen liep de familie het restaurant in, maar na wat opgewonden geschamper liepen zij in een rijtje het restaurant weer uit, om demonstratief aan de overkant van de straat te eten. Alleen de oudere zus van Lies, Martie, en haar man Cees, bleven bij mij aan tafel zitten. Voordat er werd gegeten moest Martie voor een 2e keer die ochtend een potje janken. Het eten viel niet tegen en was al helemaal niet duurder dan anders.

Even voor Saigon haalden wij de minibus met de andere paxen in. De chauffeur van de minibus was tegen de afspraken in niet achter ons aan blijven rijden. Mijn chauffeur had hem dat min of meer opgedragen, maar dat was niet gelukt. De chauffeur van de minibus had eerst nog moeten tanken. Daarnaast had hij in gebrekkig Engels gevraagd of zijn passagiers wilden ontbijten. Pas later werd het mijn paxen duidelijk dat de jongens zo hun bed uit waren gerold en zelf nog niet hadden gegeten.

Het minibusje arriveerde als 1e bij hotel Vien Dong. Na het betalen van de chauffeur kon ik de kamersleutels in ontvangst nemen. Het hotel stelde 6 doubles en 1 triple room tot mijn beschikking. 5 double rooms op de 6e verdieping en 1 double en 1 triple room op de 7e verdieping. Cees, Martie en Wil (alleen reizend) in de triple, dus die kamer stond vast. Wie wil er op de 7e, vroeg ik, en vergat niet te zeggen dat alle kamer hetzelfde waren en evenveel kostten. Even was het stil en toen zei Lies dat zij wel op de 7e wilde, naast haar zus. En toen zei ook Willem dat hij die kamer wel wilde. Ik gaf de sleutel aan hem; met in mijn achterhoofd dat hij in het vorige hotel de kamer met fan (in plaats van airco) had genomen. Hij had de vorige keer dus de mindere keuze, nu mocht hij van mij de 1e keus hebben.

Toen begon Lies opnieuw te kijven, dat hij dat ‘natuurlijk opzettelijk deed, om hun dwars te zitten’. Natuurlijk diende Willem haar van repliek. De groep week een beetje uiteen en zo ontstond er vanzelf een soort arena, waarin de 2 grootste druktemakers tegenover elkaar stonden. Anderen begonnen zich er al mee te bemoeien tot ik ertussen sprong. Het moest afgelopen zijn, dat het zeker niet in de lobby van het hotel uitgevochten moest worden, dat iedereen gaar en moe was en dat wij eerst eens moesten afkoelen en douchen. En warempel, het was meteen afgelopen en iedereen ging braaf naar zijn kamer. Willem schoot mij nog aan en zei dat hij met mij wilde praten over de gebeurtenissen van de laatste tijd.

In minder dan een uur zat ik alweer – ongedoucht – in de bar van Vien Dong met Willem en Ronnie te praten. Ik heb er maar wat bier in gegoten en al snel was de grootste woede van Willem gezakt. Ik vind hem niet onredelijk, dus wat dat betreft hoefde hij mij niet te overtuigen. Daarna heb ik hen en de 2 oudere vrouwen meegenomen naar mijn favoriete softcrab-restaurant. Het restaurant was nog niet – zoals de gehele overzijde van Pham Nhu Lao – platgegooid om ruimte te maken voor de grootse plannen van de projectontwikkelaars.

Ook Vien Dong is niet ontkomen aan de renovatiehamer, maar daar ging niets aan verloren. Nog altijd is er die binnenruimte, nu overdekt en gekoeld. De rest is keurig in nieuwe tegels gezet. De badkamer is ronduit luxueus, met heet water waaraan je je kunt branden.

Vandaag heb ik het 1 en ander geregeld. Een goede bus voor de trips van deze week besproken bij Tony, hem alles op voorhand betaald. Daarnaast heb ik de tickets bij Vietnam Airlines en Chinese Airlines bevestigd. Werkoverleg gevoerd met Marco, onder het genot van een uitgebreide lunch.

Morgen gaan we naar de Cu Chi tunnels en de Cao Dai kathedraal in Tay Ninh. Ik vraag mij af of ik de kathedraal binnen mag, want ik heb alleen nog een korte broek tot mijn beschikking. Mijn lange broek ligt in de was en krijg ik morgen pas terug. Bij de Cu Chi tunnels kan er voor 1 dollar per kogel met scherp worden geschoten. Naar believen met een M-16 of een Russisch wapen. Als er zich dan weer een arena vormt gaan zij hun gang maar, daar spring ik niet tussen.

Maandag vertrekken wij naar de Mekong Delta. Wij reizen onder andere naar Chau Doc, nabij de Cambodjaanse grens. Wij overnachten ook in Can Tho. Voor een vroeg bezoek aan de drijvende markt, onderweg een slangenfarm, dat soort werk. Donderdagavond zijn we dan weer terug in Saigon.