Professioneel uitmelken

Na maanden werken is het tijd voor vakantie. Waar ga je heen als je niet vanuit Nederland, maar vanuit Vietnam vertrekt? Even weg uit de sleur, dus Vietnam zèlf valt als bestemming af.

Indonesië dan? Te omvangrijk en duur om voor 2 weken te bezoeken. Daarnaast dringt ook de ongunstige berichtgeving over onze voormalige kolonie tot hier door. Etnische onlusten, godsdiensttwisten, volkerenmoord en een opstandige bevolking. Het risico om met een klewang tot saté te worden gehakt, spreekt niet erg tot mijn vakantieverbeelding.

Andere landen in de regio vallen om soortgelijke redenen af. China te groot, Laos te ver, Cambodja te onveilig … Dus waarom niet naar vakantiebestemming so mot in Azië: Thailand? Mooie stranden, prettig gebaande paden en op-en-top berekend op toerisme, ook al is dat maar voor 2 weken. Inmiddels weet ik beter …

Met de Lonely Planet als gids beland ik rechtstreeks van het vliegveld in 1 uur per gekoelde pendelbus op Ko San road. Na het consumptief vasten in Vietnam valt de weelde van de vrije markt in deze toeristenstraat mij wat rauw op mijn dak. Mijn zintuigen worden overdonderd door talloze eetkramen, T-shirt stalletjes, restaurants, kroegen, internet cafés en cd verkopers. Het horen, zien en ruiken vergaat mij en ik weet niet hoe snel ik mij op mijn hotelkamer wil terugtrekken.

Maar het vinden van een hotelkamer valt niet mee. Hotel na hotel zit ‘full’. Uiteindelijk beland ik in een dure hotelkamer, waar het behang van de muur loskomt, de badkamer naar een open riool meurt en de lakens op het bed lustige vlekken vertonen. Op een moment van schaarste kun je niet kieskeurig zijn, – ik accepteer dit kot.

De rest van mijn vakantie verloopt volgens de beschrijving in de Lonely Planet. Iets unieks of spontaans wordt door de travel agencies van Bangkok niet aangeboden. Hun excursies zijn tot op de minuut en de baht precies afgemeten. Dat maakt reizen naar Thailand tot een overbodige krachtinspanning: lezen over reizen in Thailand volstaat, de reis zelf maken is overbodige inspanning en verspilling van geld.

Waarin verschilt Thailand nou zo sterk van Vietnam? De bevolking, zonder twijfel. De Thaise bevolking is maar tot 1 ding te beroeren: het uitmelken van de toeristenindustrie. Een vriendelijk woord op straat mondt onherroepelijk uit in een financieel aanbod. De voor de hand liggende uitstapjes worden zo efficiënt uitgevoerd, dat je lijkt deel te nemen aan een bliksemactie door commando’s. Begraafplaats slachtoffers van de Birma-Siamspoorweg (‘dodenspoorlijn’ voor de geallieerden die er als krijgsgevangen aan werkten): 15 minuten! Museum in de vorm van een uit bamboe opgetrokken gevangenenbarak: 20 minuten! Gejaagd volgen de toeristen de instructies op, bang om de bus te missen die hen verder voert.

Zat om telkens te worden uitgemolken en opgejaagd keer ik na 2 weken terug naar Vietnam. Naar mijn chaotische, anarchistische, ongeregelde Vietnam. Waar niemand zich aan verkeersregels houdt, waar moet worden afgedongen op alles wat je maar wilt kopen, maar waar je nooit zonder blikken of blozen het vel over de oren wordt gehaald. Waar mensen oprecht willen weten waar je vandaan komt en feilloos de opstelling van het nationaal team uit jouw land kunnen opsommen, zonder bijbedoelingen. Mijn Saigon dat inmiddels als thuis voelt.