Na 6,5 jaar op en neer fietsen van mijn woning naar stadhuis Leiden kende ik ieder stoplicht, iedere portiek en elke tegenligger. Met name mijn tegenliggers waren een graadmeter voor de tijd.
Kwam ik 1 van mijn buurtbewoners op de Hogewoerd tegemoet, dan was ik aardig op tijd. Zag ik haar al op de brug ter hoogte van de Kanaalweg, dan was ik aan de late kant. Haar tred naar de stad was constant. Op heel vroege dagen zag ik haar op een vast uur kinderen naar school brengen.
In Saigon is mijn gang naar werk iedere dag zowel hetzelfde als onvoorspelbaar. De enige constante is dat ik steeds te laat op werk aankom. Telkens hetzelfde omdat ik een vast ochtendpatroon herhaal: moeizaam opstaan, op de bank ontbijten, loom douchen, aankleden, het huis afsluiten (een deurslot en 3 hangsloten), sigaret opsteken en naar mijn Honda om-chauffeur slenteren. Onvoorspelbaar, omdat ik nooit vooraf weet of ik het kantoor levend zal bereiken.
Het verkeer van Saigon heeft veel weg van kruiende ijsschotsen. Het gaat langs en door elkaar, stagneert, schuift een stukje op, drijft weer verder. Spatbord aan spatbord kun je hier letterlijk nemen. Er staan stoplichten opgesteld, niet om af te lezen of je mag rijden of moet wachten, maar om af te kijken of de anderen al dan niet mogen rijden. Een groen stoplicht betekent: in volle vaart het kruispunt oversteken. Een rood stoplicht betekent: voorzichtig oversteken, want de dwarsliggers steken in volle vaart over. Zodra het verkeer met groen licht voorzichtig gaat rijden loopt dit systeem spaak. Het kruispunt verstopt en het is mij een raadsel hoe zich dat telkens toch weer oplost. Zonder een spoor van opwinding wurmt het gedrang zich langs elkaar heen. De Nederlandse filerijders kunnen daar nog een voorbeeld aan nemen.
Van uitlaatgassen en een beetje nicotine doortrokken bereik ik mijn kantoor. Een oase van koelte, stilte en hightech biedt mij een schuilplaats voor de rest van de dag.
Met het opstarten van mijn computer open ik het venster naar de rest van de wereld. Van de grappen over het programmeren en de overige kantoorhumor versta ik weinig. Ik concentreer mij op het vertalen van ons marketing materiaal, van het Engels naar Nederlands. Daarnaast onderhoud ik de correspondentie met onze Nederlandse klanten. Binnenkort komt daar ook de redactie van webteksten bij, zodra onze Nederlandse klanten naast het ontwerpen van hun websites ook redactionele inzet gaan verlangen.
Rond 17.30 uur spring ik bij mijn retour Honda om achterop. Een rustige jongen, die geen woord Engels verstaat, maar mij tot nog toe altijd ongehavend heeft thuisgebracht. Hem zal ik daarom niet snel inwisselen voor een ander …