Koud hiernamaals

Wat het weer betreft kunnen Vietnamezen net zo klagen over regen en warme dagen als Nederlanders. Alleen de bewoners van Da Lat vormen hierop een uitzondering. Zij zijn pathetisch als het om het weer gaat.

In Da Lat en omstreken heerst een voor Europeanen bijzonder aantrekkelijk klimaat. Op de hoogvlakte (1474 meter) rond het stadje is de gemiddelde temperatuur zowel tijdens de droge als natte tijd maximaal 24 en minimaal 15 graden. Dankzij dit klimaat en de gunstige bodemgesteldheid worden hier aardbeien, chrysanten en gladiolen geteeld. Verder doen Chinese kool, paksoi en uien het goed op de hooggelegen akkers. Zelfs rariteiten als druivenstruiken, kersen- en naaldbomen willen er goed groeien.

Ondanks deze constante in temperatuur lijkt de bevolking niet gewend aan deze ‘ijzige’ kilte. Honda om-rijders gaan gekleed in gewatteerde jassen, leren handschoenen en dikke bontmutsen met oorkleppen. Kinderen worden overdag, ook tijdens onbewolkte dagen, gestoken in winterjas, bivakmuts en handschoenen. Zelfs de doden lijken zich aan te stellen.

Tussen de kolen- en uienvelden buiten Da Lat liggen ook enkele uitgestrekte dodenakkers. Opmerkelijk is het grote aantal christelijke grafmonumenten. De boeddhisten offeren dodengeld, drank en spijzen; christenen krijgen hier een heel huis op hun grafkuil mee. Op schaal, anders zou er maar weinig ruimte overblijven voor de levenden. Aan de miniatuur pui ontbreekt niets: een prachtig portaal met zuilen, een 1e verdieping en een dak met pannen. Voor het geval dat de dode het koud krijgt in het hiernamaals kan deze de haard eens flink opstoken. Uit het pannendak steekt speciaal voor dit doel een nadrukkelijk aanwezige schoorsteen. In terracotta baksteentjes.