Keizerlijk bezoek

Na een noordelijke reis van 2 weken heb ik gisteren mijn 1e groep op de luchthaven van Hanoi afgeleverd. In korte tijd heb ik mijn reizigers enkele hoogtepunten van Vietnam laten zien. Voor sommigen bleek de reis ietwat vermoeiend, door de gebruikelijke Vietnamese obstakels.

Met name de culturele verschillen vlogen hen soms naar de keel …

Allen toonden zich bereid om de lange reis vanuit Nederland naar Zuidoost-Azië te maken, lange dagen in de bus te zitten en vroeg op te staan. Al die zaken worden weliswaar als ongemak ervaren, maar het zet het bekende wereldbeeld niet drastisch op zijn kop. Anders is het gesteld met hun confrontaties met arme Vietnamezen.

Na het opzij zetten van het economisch model volgens de communistische leer brak eind jaren ’80 de praktijk van de doi moi aan. Voor Vietnamezen met zakeninstinct of ‘oud geld’ betekende dit een grote vooruitgang. Vietnamezen die het aan zakentalent of goede afkomst ontbrak waren minder fortuinlijk. Collectieve voorzieningen brokkelden geleidelijk af en de verschillen tussen arm en rijk groeiden snel.

Vooral arme gezinnen moeten alle zeilen bijzetten om voldoende inkomen te vergaren. In de grote steden zijn allerhande baantjes voor handen en kan op kleine schaal een graantje worden meegepikt van de nieuwe rijken. Op andere plaatsen is het armoede troef. In een provincie als Quang Tri (doorsneden door de scheidslijn tussen het vroegere Noord- en Zuid-Vietnam op de 17e breedtegraad) drijft gebrek mensen ertoe blindgangers op te sporen en open te zagen om het metaal te kunnen verkopen. Op andere plaatsen biedt alleen het toerisme een extra bron van inkomen.

Zo’n 100 kilometer ten zuiden van Hanoi ligt Hoa Lu, de voormalige hoofdstad van Vietnam. Hier werd de Dinh dynastie afgewisseld door de eerste Le keizer. Om de tempels uit de 11e eeuw en het sprookjesachtige landschap op ons gemak te kunnen bezichtigen waren we al vroeg met onze bus uit Hanoi vertrokken. Wij hadden nog geen stap buiten de bus gezet of het was met onze rust gedaan. Kaartverkopertjes, frisdrankboeren, kromgetrokken oude dames met bananen en fotografen besprongen ons als uitgehongerde vlooien. Een aantal mensen uit de groep werd het teveel, zij lieten zich teveel irriteren om nog van al het prachtigs te genieten. Boos wrongen zij zich tussen de kinderen en bejaarden door, die hen als trouwe onderdanen op de voet bleven volgen.

Mijn reizigers vergapen zich graag aan de barre leef- en werkomstandigheden van de mensen hier. Ze vinden het ‘fascinerend’ en ‘afschuwelijk’ om te zien hoe Vietnamezen met al hun inspanningen het beste proberen te maken van hun dagelijks leven. Maar de armoede moet zich niet fysiek aan hen opdringen, want dan wordt het hinderlijk …