Jetlag

De laatste weken is het kwik in Vietnam tot grote hoogten gestegen. Niet alleen de temperatuur is hoog, ook de luchtvochtigheid mag er wezen met zijn gemiddelde van 80%. Een korte wandeling komt je te staan op een plakkend T-shirt en glimmend gezicht. Zweetdruppels krijgen niet de kans te verdampen en lopen in straaltjes van je af. De paxen verzetten geen stap zonder hun trouwe flesje La Vie. Ieder half uur wordt de tong met kleine slokjes van het gehemelte losgeweekt.

Nog voor de landing op Schiphol realiseer ik mij opnieuw waarom ik telkens aan mijn geboortegrond probeer te ontsnappen. Van azuurblauwe hoogten daalt het vliegtuig af in een grauwgrijze drab van mistroostige wolkenvelden. Het toestel staat al bijna aan de grond als ik voor het eerst het landschap kan overzien. Een bijna zwarte Noordzee met langgerekte witte schuimkragen, een natgeregend strand, rechthoekige akkervelden, lege straten in Madurodam dorpen. Ik beland van de drup in de regen.

De airconditioning van Schiphol blijkt de buitentemperatuur te zijn, zoals de hitte op het vliegveld van Hanoi niet afkomstig is van de 747-straalmotoren. De zonne-energie die in 2 maanden in mijn lichaam is opgeslagen dient de 1e dag als buffer. Maar na 2 dagen gaat de kachel aan en zoek ik mijn gevoerde sloffen op. Waarom verheugde ik mij ook alweer op mijn terugkomst?

Mijn tuin is een dichtbegroeide jungle die met gemak kan wedijveren met de fruitplantages in de Mekongdelta of het natuurreservaat van Hoa Lu. Manshoog onkruid onttrekt het terras achter in de tuin aan het zicht en zwiept tegen de waslijn. Ook mijn administratie is een jungle. De bank moet hebben gedacht dat ik me eenzaam voelde en heeft tijdens mijn afwezigheid de brievenbus volgeplempt met nutteloze reclameschrijfsels. Samen met al het andere zinloze drukwerk heb ik een indrukwekkende stapel post door te werken.

Er is werk aan de winkel, er moet worden geordend. Speciaal hiervoor is de jetlag uitgevonden. De 1e dag schrik ik om 05.00 uur wakker en een half uurtje later sta ik de tuin te wieden. Ik maak mijn tuin rond de waslijn koekoeksbloem-, distel- en valeriaanvrij. Terwijl de 1e was draait (om 07.00 uur) scheid ik zin van onzin; het reclamedrukwerk verdwijnt ongeopend in de prullenbak. Om 08.00 uur koop ik mijn 1e bruine brood in maanden en na het ontbijt val ik alweer om van de slaap (08.30 uur).