Công Binh – La longue nuit Indochinoise

Wat te doen als door oorlog je fabrieken zonder arbeiders zitten? Dan roof je jonge mannen uit je kolonie, zoals Frankrijk deed tijdens de 2e Wereldoorlog.

Công Binh – La longue nuit Indochinoise

Ten tijde van het imperialisme was een kolonie een reservoir, niet alleen voor grondstoffen maar ook voor mankracht. Van gezinnen in voormalig Indochina (nu Vietnam, Laos en Cambodja) met 3 kinderen of meer werd de oudste of jongste zoon gedwongen in Frankrijk te gaan werken. Deze groep jonge mannen, die als dieren naar Europa verscheept werden, heette Công Binh.

Wonderwel leven een aantal van hen nog, inmiddels monumenten van gracieuze ouderdom. Ze vertellen over hun ontberingen terwijl hun nageslacht zich om hen heen verzamelt, want dit is een zelden verteld verhaal. Zowel in de koloniale als postkoloniale periode hebben ze nooit erkenning gekregen voor hun lijden; eenmaal terug in Vietnam werden ze gewantrouwd.

Regisseur Lê Lam vertelt het verhaal van deze Công Binh als iemand die in 2 culturen de weg kent. Met een elegant, traditioneel Vietnamees poppenspel wordt de achtergeblevenen alsnog uitgelegd wat de weggevoerden beleefd hebben – dwangarbeid, vernedering, honger – in dat almachtige moederland Frankrijk.

De overleveringen worden rijkelijk gelardeerd met archiefbeeld en citaten uit de genadeloze analyse over kolonialisme van de Frans-Martinikaanse intellectueel Aimé Césaire.

Een verhaal over ontberingen en verloren jeugd, maar ook over politieke bewustwording en trots. – International Documentary Filmfestival Amsterdam [14.11.2012]